Waar bent u naar op zoek?

08-05-2024

Doorbraak in project ‘Slimme Varkensketen – sturen op kwaliteit’

‘Er is meer genetische variatie dan verwacht’

De varkensketen wordt steeds slimmer. Dat blijkt uit de laatste ontwikkelingen in de businesscase Slimme Varkensketen van AgriFoodInnovation. In het project ‘Slimme Varkensketen – sturen op kwaliteit’ zijn baanbrekende stappen gezet, die meer inzicht geven in hoe je met data kunt sturen op kwaliteit. “We hebben grotere stappen gezet dan we vooraf hadden kunnen bedenken”, zegt projectleider Angela van der Sanden. Voor de boer gaat het project een beter verdienmodel opleveren, dat bijdraagt aan een duurzame basis voor de brede welvaart in de regio.

De ambitie van de businesscase Slimme Varkensketen is het realiseren van een systeemdoorbraak in de keten van productie, verwerking en afzet van varkensvlees. Kennispartners werken samen om de gezondheid, het welzijn en de vleeskwaliteit van de dieren te verhogen. Dat doen ze door het combineren van verschillende databronnen. Vanuit Connecting Agri & Food is Angela van der Sanden nauw betrokken bij de projecten binnen de businesscase.

Camerabeelden

In het project ‘Slimme Varkensketen – sturen op kwaliteit’ zoekt het projectteam naar een manier om de vetkwaliteit van varkensvlees te sturen. Fransen Gerrits, Vion Food Group en Topigs Norsvin werken samen aan een methode om de vetkwaliteit in de slachterij te kunnen meten. Vanuit het project is een hyper spectraal camera ontwikkeld, die aan de slachtlijn 1.300 karkassen per uur meet. De data worden vergeleken met data uit andere ketenschakels en gekoppeld aan fokkerij- en voerdata. “Zo is het mogelijk om beter te sturen op vetkwaliteit en vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen”, legt Van der Sanden uit. Voordeel van de camera is dat die op alle karkassen aan de slachtlijn toe te passen is, zonder dat hier bijvoorbeeld monsters van genomen hoeven te worden.

‘We hebben zelfs een genetische variatie kunnen bepalen die hoger is dan verwacht’

Bron aan informatie

De camera hangt er inmiddels en er worden al volop beelden verzameld. Die heeft het projectteam vergeleken met andere, al bestaande methodes om de vetkwaliteit te meten, zoals chemische analyse, Near Infra Red (NIR) en de CT-scan. “De analyseresultaten van deze camerabeelden zijn hoogstwaarschijnlijk vergelijkbaar met die van de bovengenoemde methodes”, vertelt Van der Sanden. “We zijn daar nog een test voor aan het uitvoeren. Als de vetkwaliteitbepaling met de camera betrouwbaar is en overeenkomt met de CT-scantechnologie die Topigs Norsvin gebruikt om hun fokdieren te testen, hebben we in één keer een bron aan informatie. We kunnen dan dus ook linken aan eerdere metingen, bijvoorbeeld op fokkerijgebied.”

Doorbraak

Of er al conclusies zijn te trekken? Volgens Van der Sanden is er zelfs sprake van een doorbraak. “We hadden verwacht dat de metingen op genetisch effect te weinig zouden opleveren om gericht op te kunnen sturen. Maar we hebben zelfs een genetische variatie kunnen bepalen die hoger is dan verwacht. Dit betekent dat je dieren kunt selecteren, waarvan de nakomelingen naar verwachting een betere vetkwaliteit in het karkas opleveren.”

Een uitdaging binnen het project was ook om de beelden te vertalen naar een getal voor de vetkwaliteit. Ook daarin slaagde het projectteam.

Voerproef

In de afgelopen periode is er ook een voerproef gedaan. Daarin is gekeken naar verschil in voer. Van der Sanden: “We hadden verwacht dat we een hoger en lager joodadditiegetal (een maat voor vetkwaliteit, red.) zouden krijgen, en dat is ook uitgekomen. Uit de proef bleek inderdaad dat je met verschil in voer ook een verschil in vetkwaliteit kunt realiseren. Anders gezegd: je kunt dus ook met voer sturen op vetkwaliteit.”

Op dit moment wordt gewerkt aan een vervolgproef, waarbij het voer qua recept nog verder uit elkaar is getrokken om nog meer het verschil tussen dieren te kunnen maken. “In de vorige proef lagen de verschillen nog vrij dicht bij elkaar”, legt Van der Sanden uit. “Daarom hebben we de vervolgproef nog iets extremer opgezet om te kijken of we het verschil in vleeskwaliteit daarin terugzien, en ook in de gemeten waarden.”

‘Door een betere kwaliteit kunnen we meer van het dier verwaarden’

Beloningssysteem

Uiteindelijk is het de bedoeling dat er vanuit het project een beloningssysteem wordt opgezet. Varkenshouders krijgen dan meer uitbetaald voor dieren met een betere vetkwaliteit. Deze economische meerwaarde voor de boer draagt bij aan een duurzame basis voor de brede welvaart in de regio. “Door die betere vetkwaliteit kunnen we meer van het dier verwaarden en is er dus minder vleesverlies. Dit draagt bij aan een lekker en gezond stukje varkensvlees van goede kwaliteit”, aldus Van der Sanden. “In de vervolgproef vinden we de handvatten om mee te gaan sturen op de vetkwaliteit. Vervolgens gaan we die handvatten introduceren in de keten en kunnen we er gezamenlijk mee aan de slag.”

Slimme Varkensketen is een van de businesscases van AgriFoodInnovation en wordt mogelijk gemaakt door Regio Deal Noordoost Brabant.