Wat is er nodig om biologische vlees- en vleeswaren structureel op te schalen? Tijdens het symposium op 27 mei ‘Kansen en uitdagingen voor biologische marktontwikkeling’ bracht De Groene Weg de gehele keten bij elkaar: van producenten tot retail, van wetenschap tot beleid. In de bijzondere setting van de Oranjerie in Hydepark kwamen ruim 80 professionals samen voor nieuwe inzichten en ontmoeting. Het was een inspirerende middag met een realistische kijk op de marktontwikkeling van biologisch.
Als toonaangevend producent van biologisch vlees positioneert De Groene Weg zich nadrukkelijk als kennispartner in de verduurzaming van de voedselketen. Met dit symposium onderstreepte het bedrijf de kracht van samenwerking in de keten, juist in een tijd waarin consumentenvertrouwen, beleidsdruk en veranderende eetgewoonten het speelveld sterk beïnvloeden.
Allard Bakker (directeur De Groene Weg): “De Groene Weg heeft al decennia laten zien de groeimotor te zijn in de opschaling van biologisch in Nederland. Hoe bereiken we 15% marktaandeel? Als iedereen één dag per week biologisch (vlees) eet dan bereiken we dat doel. Wij zijn er voor opgesteld om dat mogelijk te maken. Daarom investeren we in kennisdeling en samenwerking. Alleen samen kunnen we biologische (vlees)consumptie structureel laten groeien.”
Drie perspectieven op de biologische vleesketen
Deelnemers kregen drie stevige inhoudelijke bijdragen voorgeschoteld, met aandacht voor markttransitie, duurzaamheidsimpact en gedragsverandering:
- Prof. dr. Laurens Sloot (EFMI Business School) gaf een scherpe analyse van de biologische marktpositie in het licht van “Food op weg naar 2050 – op weg naar een duurzamere toekomst!?”
“Door inflatie zijn consumenten meer promotiegericht geworden. Biologisch heeft daardoor een lastigere positie. We moeten de positionering herzien: van ‘gezond en groen’ naar ‘kwaliteit en genieten’. Dan kan de bereidheid om te kiezen voor biologisch groeien.”
- Pim Mostert (Wageningen Livestock Research) deelde concrete voorbeelden van hoe levenscyclusanalyses (LCA’s) inzicht geven in de milieu-impact van keuzes binnen de veehouderij.
“Voor de biologische sector is er een gebrek aan data voor een LCA berekening. Zonder goede data over biologische teelt van veevoer kunnen we de milieuprestatie niet betrouwbaar meten. Europese standaarden voor rekenregels en datakwaliteit zijn daarom hard nodig.”
- Suzanne de Bakker (Hogeschool Utrecht) ging in op gedragspsychologie en consumentengedrag: hoe verleid je kopers tot duurzamere vleesconsumptie?
“Consumenten associëren biologisch vlees met ‘duur’. Om biologische keuzes te stimuleren, moeten we vóór het winkelbezoek al inzetten op positieve associaties. Er moet een sociale norm komen voor duurzame consumptie, te vergelijken met de veranderende norm ten opzichte van roken en alcohol. Campagnes die inspelen op persoonlijk gewin – ‘wat levert het míj op?’ – werken beter dan een focus op het maatschappelijk belang.” Op de winkelvloer werken nudges positief om de consument te verleiden tot duurzamere aankopen. Zoals ook uit onderzoek naar nudging, gefinancierd door De Groene Weg, heeft uitgewezen.
Samen bouwen aan een biologische toekomst
Het symposium benadrukte dat samenwerking in de keten geen luxe is, maar noodzaak. De Groene Weg pleit voor een integrale aanpak, waarbij transparantie, kennisdeling en lange termijn partnerschappen centraal staan. “Verduurzaming is geen zaak van idealen, maar van keuzes maken én vasthouden. Transparantie en samenwerking zijn daarbij onmisbaar.” Alleen dan kan de biologische (vlees)keten robuust groeien én bijdragen aan brede duurzaamheidsdoelen.
Allard Bakker sloot de bijeenkomst af: “Wij willen samen vooruit voor biologisch vlees en vleeswaren: door verhalen te delen, de praktijk zichtbaar te maken en elkaar te versterken in de keten. We hebben vanmiddag weer een stap gemaakt in de groei van biologische consumptie.”
De inzichten uit het symposium vormen waardevolle input voor toekomstige stappen in de ontwikkeling van de biologische vleesmarkt. De Groene Weg onderzoekt hoe deze samen met ketenpartners verder kunnen worden vertaald naar praktijk en beleid.