Wat is het ideale aflevermoment voor koeien? Volgens melkveehouders Erwin Wiers (Noord-Sleen, Drenthe) en Pieter Peters (Oirschot, Noord-Brabant) is dit afhankelijk van meerdere factoren. En dus is het maatwerk. Pieter: “Het belangrijkste is om de dieren gezond te houden, dan komt de rest vanzelf.” Beide melkveehouders vertellen hoe zij dit op hun bedrijf aanpakken.

Bij Erwin in Noord-Sleen
“We kijken per koe wat passend is.” Erwin heeft een melkveebedrijf met 250 melk- en kalfkoeien en bijbehorend jongvee. “Daarin spelen lactatiewaarde, celgetal en mogelijk herhalingsgevallen bij problemen met het beenwerk of de vruchtbaarheid een rol. We streven naar gezonde koeien die een lang leven hebben.” Eén standaardstrategie, dat werkt volgens Erwin niet. “Er kan altijd iets onverwachts gebeuren, iedere koe is anders. Ik bepaal per koe wat de beste aanpak is.”

Bij Pieter in Oirschot
“Voor ons blijft productie leidend.” Pieter runt samen met zijn broer een melkveebedrijf met 140 melkkoeien en bijbehorende jongvee. Hij voegt de fosfaatrechten toe aan de opsomming van Erwin. “Het liefst lever ik een gezonde koe af, die ook mooi op gewicht is. Dat de vleesprijs op dit moment goed is, is een extra argument om een koe die de potentie heeft om nog extra vlees aan te zetten er wat langer bij te houden – mits dit past qua melkgeld. Maar dat argument is niet leidend.”

Diergezondheid is leidend
Want, zo zijn beide melkveehouders het eens, de gezondheid van de koe staat voorop. “Ik zie het dier het liefst ouder worden, ook economisch gezien. Maar de koe moet wel vitaal blijven”, stelt Erwin. “Dat vraagt om constante monitoring en goede zorg.”

Op het bedrijf van Pieter vormen twee factoren de basis voor deze zorg. “Voeding, waarbij we een TMR-rantsoen voeren en diepstrooisel-ligboxen bieden. Sinds we deze boxen gebruiken, zien we dat de koeien langer gezond blijven en beter herstellen wanneer ze minder vitaal zijn of bijvoorbeeld iets aan de poten hebben.”

Altijd in overleg
Wanneer de koeien worden afgevoerd, gaat dit in goed overleg. In het geval van Pieter met de tussenhandelaar, waar Erwin dit met de vertegenwoordiger van Vion bespreekt. Pieter: “We geven aan de handelaar door welke dieren er weggaan. In bijzondere gevallen komt de handelaar zelf kijken en bepalen we samen de beste optie.”

Erwin vindt het prettig dat hij met de Vion-vertegenwoordiger kan overleggen:  “Wanneer het aflevermoment de juiste is en hoe dit het beste gedaan kan worden. Denk daarbij aan een passend type vrachtwagen en de duur van het transport, om dit transport zo diervriendelijk mogelijk te maken.”