Hittestress bij dieren leeft in de maatschappij. Zo riep de Tweede Kamer afgelopen juni minister Wiersma op om de maximumtemperatuur voor diertransporten te verlagen van 35 naar 30 graden Celsius. De minister besloot de huidige grens van 35 graden voorlopig te handhaven. Evengoed blijven de ketenpartijen verantwoordelijk om hittestress bij dieren zo veel mogelijk te voorkomen.

Vion neemt die verantwoordelijkheid serieus en hanteert een hitteprotocol met aanvullende maatregelen vanaf 27 graden Celsius.

Transport tijdens hitte
Een goede start is het vroeg laden van de runderen. Tijdens het transport is maximale ventilatie het uitgangspunt. Bij eventuele wachttijden – bijvoorbeeld door files – zijn chauffeurs geïnstrueerd om te blijven rijden, zodat de lucht blijft circuleren. Vion ziet hier actief op toe en hierbij kan –  indien nodig – de politie helpen om veetransporten via de vluchtstrook doorgang te geven. Dankzij een strakke slachtplanning kunnen de dieren bovendien snel gelost worden bij de slachterij.

Vroeg slachten
De meeste runderen worden vroeg in de ochtend afgeleverd en geslacht. Altijd voor de hitte uit; zeker op locaties waar met één shift wordt gewerkt. Als het nodig is, starten de slachtwerkzaamheden nog eerder. Dit in goede samenwerking met de keuringsdierenartsen van de NVWA.

Schaduw en ventilatie
Melkveehouders spelen een cruciale rol in het beperken van hittestress. Dat begint met alert blijven: goed kijken naar het gedrag van de dieren, controleren of ze voldoende eten en drinken, en of ze verkoeling kunnen vinden. In de wei helpt het om schaduwplekken aan te bieden; in de stal zijn actieve ventilatie en verneveling effectieve maatregelen.

Gezamenlijke aanpak
Vion volgt de weersomstandigheden nauw en past waar nodig en in overleg de planning aan. Dierenwelzijn is topprioriteit en blijft een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de hele keten.